
BRANDVEILIGE DOORVOERINGEN EN ANDERE VERZWAKKINGEN
Volgens het Koninklijk Besluit tot vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing [F1], waaraan nieuwe gebouwen moeten voldoen, mogen de doorvoeringen van leidingen voor fluïda of voor elektriciteit alsook andere verzwakkingen zoals stopcontacten en schakelaars de vereiste brandweerstand van de bouwelementen niet nadelig beïnvloeden.
Om de brandweerstand van een bouwelement (muur, vloer) te waarborgen, is het van essentieel belang dat alle onvermijdelijke doorboringen (elektrische kabels, leidingen voor fluïda, luchtkanalen, schakelaars, stopcontacten, lineaire voegen…) die erin aanwezig zijn, correct afgedicht worden. Indien dit niet gebeurt, heeft het weinig zin om een bouwelement met brandwerende prestaties te voorzien. Wanneer een verticale of horizontale wand brandwerend uitgevoerd moet worden, geldt dit met andere woorden ook voor de doorvoeringen en andere verzwakkingen.





De verwerkingswijze van de brandwerende inrichting moet echter in overeenstemming zijn met de voorschriften van de fabrikant, die gebaseerd zijn op het proefverslag of de proefverslagen. De plaatser dient steeds de plaatsingsvoorschriften van de fabrikant op te volgen. De fabrikant dient er op zijn beurt op toe te zien dat de plaatser altijd kan beschikken over deze voorschriften, die gebaseerd zijn op classificatierapporten en/of proefverslagen.
Vermits de markt met betrekking tot het brandwerend afdichten van doorvoeringen en andere verzwakkingen continu evolueert, zijn de in de Technische Nota 254 van het WTCB de voorgestelde oplossingen slechts een momentopname. Enkel de voornaamste oplossingen die op het moment van de opstelling van deze Technische Nota courant zijn, worden toegelicht.

Sed ut perspiciatis unde omnis iste natus error
De plaatsing van doorvoeringen voor leidingen of verzwakkingen (bv. stopcontacten, schakelaars …) kan een invloed hebben op het akoestische gedrag van de bouwelementen waarin ze geplaatst worden. Doorgaans zullen oplossingen met opencellig isolatiemateriaal (bv. rotswol) een beter gedrag vertonen dan oplossingen waarbij gebruikgemaakt wordt van stijve materialen, zoals mortels. Vooral in het geval van lichte scheidingswanden moet de uitvoering van doorvoeringen doorheen bouwelementen, waaraan een luchtdichtheidseis gesteld wordt, zoveel mogelijk vermeden worden. Men dient hiermee van bij de opvatting rekening te houden. Om de luchtdichtheid rondom leidingdoorvoeringen te verzekeren, kan men de eventuele opvulling rondom de leiding afwerken met een soepele voeg of een brandwerende voorziening kiezen die ook getest is geweest op luchtdichtheid. De akoestische en thermische eigenschappen worden niet behandeld in de Technische Nota 254 van het WTCB ( op aanvraag te bekomen )

TAKEN VAN DE BETROKKEN PARTIJEN
Bij het uitvoeren van doorvoeringen en andere verzwakkingen in brandwerende bouwelementen zijn er verschillende personen betrokken. Doorgaans betreft het:
- de opdrachtgever (eventueel bijgestaan door een architect en/of een gespecialiseerd studie- en/of controlebureau)
- de aannemer (uitvoerder van het brandwerende bouwelement, , plaatser van de brandwerende afdichtingen …)
- de fabrikant van de brandwerende afdichting.
Gelet op het mogelijk grote aantal betrokken partijen is het van belang dat de taken en verantwoordelijkheden van alle betrokkenen op een eenduidige manier vastgelegd worden. De informatieoverdracht tussen de verschillende partijen is cruciaal voor het goede verloop van de werken.
DE OPDRACHTGEVER
Ook de isolatie rondom de leidingen is van groot belang ( onbrandbaar of niet , dikte isolatie ) ; dit speelt dikwijls een grote rol in het bepalen van het tracé van de leidingen en de diameters welke in acht moeten worden genomen.
Het spreekt voor zich dat de aangewende materialen en diameters aan de uitvoerder meegedeeld worden. De opdrachtgever moet aangeven of er naast de vereiste brandwerende eisen ook eisen voor de luchtdichtheid en/of de akoestiek van toepassing zijn op het bouwelement.
DE AANNEMER DIE VERANTWOORDELIJK IS VOOR DE UITVOERING VAN DE BRANDWERENDE INRICHTING
Het is belangrijk dat de aannemer verantwoordelijk voor de uitvoering van de brandwerende afdichtingen gecertificeerd is wat betekend dat de brandwerende afdichtingen kunnen gecontroleerd door een erkend controle organisme ( momenteel Vincotte of Secco ).
Dit geeft de opdrachtgever de zekerheid dat de brandwerende afdichtingen op een correcte wijze zullen worden aangebracht.